Hergebruik van vergane industriegebouwen leidt tot bier
Mijn vrouw had al even laten verstaan dat een oud-leraar van haar ook bier brouwde. Natuurlijk ga je er dan van uit dat het gaat om iemand die zijn grasmaaier uit het tuinhok heeft geduwd om er een kleine brouwinstallatie op te zetten. De eerste keer dat mijn wenkbrauwen naar boven trokken, was wanneer ik in de drankencentrale op een flesje de naam van brouwerij Alvinne herkende als het eerder vermelde tuinschuurbier. Blijkbaar gaat het hier om een iets groter tuinhuisje.
In België hebben we wel enkele bieren en dus heeft het even geduurd eer ik me aan de smaken van Alvinne waagde.
Onlangs vertelde mijn vrouw (licht dwingend ;-)) dat we op een zaterdag om 14u in Brouwerij Alvinne moesten zijn. Blijkbaar was er iets te doen. Na enig opzoekwerk en studies op google maps/streetview leek het tuinhuisje een heuse industriële hangar, gelegen in Moen/Zwevegem waar ik via mijn job wel enkele jaren vertoeft had. Veel overtuiging (als dat al nodig was) had ik niet nodig; alleen viel het op dezelfde dag als het Bierfestival in Dendermonde.
Ondanks enkele lokale events, waardoor de aangegeven weg zelfs op Waze niet meer te volgen was, en enkele verharde wegen waarbij je je afvroeg of je niet gewoon beter door het land reed wegens de putten in het wegdek, zijn we toch bij Alvinne geraakt.
Voor mijn vrouw was het een hartelijk weerzien met haar oud-leraar, en voor mezelf was er een gemoedelijke West-Vlaamse ontvangst.
De lange avontuurlijk rit, de spanning en stress van de putten in de wegen, hadden mijn smaakpapillen wakker geschud. (En mijn dorst zat er natuurlijk ook voor iets tussen.) Op aanraden van de brouwer zelf, heb ik als eerste biertje een Wild Pils genuttigd. Deze pils kan echt tellen. Geen afgevlakt smaakpallet, maar een subtiele dans tussen een bitterheid die je bij een pils verwacht en enkele zoetere toetsen. Deze pils is ook niet volledig helder. Is wel heel verfrissend en de nasmaak blijft ook sterker in de mond aanwezig.
Na een eerste bier ben ik even op verkenning gegaan door de gebouwen zoals je kan zien op de foto's hierboven. Glenn, de oud-leraar van mijn vrouw, vertelde me dat de brouwerij is gevestigd in oude gebouwen van Bekaert. Ooit zou hier een weverij van Bekaert gestaan hebben.
De indeling van de gebouwen is misschien niet ideaal te noemen, maar ze hebben wel voordelen. Zo is er voldoende plaats om alles te stockeren. Natuurlijk vind je hier ook de productie terug. Het grootste voordeel is echter de natuurlijke klimatisatie. Zo is hier het hele jaar door geen temperatuursverschil groter dan 5° C tussen zomer en winter.
Op naar het volgende bier: Berliner Kriek Munt. Erg verrassend. Een top combinatie. Een mooie kleur van bier, een inzakkende schuimkraag en een lichte sprankeling. De zure smaak van de kriek wordt hier mooi afgestopt door een subtiele muntsmaak. Fris en fruitig, ideaal op een zomerse dag. De afdronk is ook heel lekker, al is de nasmaak jammer genoeg onmiddellijk weg.
Hierna heb ik een Phi Sour DIPA geproefd. Deze werd me aangeraden door een van de medewerkers. Heel makkelijk drinkbaar voor een IPA. Naar geur toe merk je wel het gebruik van hoparoma. Het troebele blonde bier zonder schuimkraag en zonder sprankeling trekken mij niet onmiddellijk aan. Maar dit kan ik ook zeggen van de meeste IPA-bieren. Naar smaak is dit wel een heel interessante IPA. De iets zoetere smaak en de afgekorte bittere smaak zijn heel lekker. Alleen mis ik hier nasmaak. Door het gebrek aan nasmaak, weinig carbonisatie en het ontbreken van een schuimkraag ligt dit bier me minder. Zou ik een parelende IPA en NEIPA prefereren boven deze? De kans zit er goed in. Niettegenstaande moet ik zeggen dat dit bier zeker op de juiste weg zit naar smaak toe.
Last, but not least! Alvinne Theo. Belgian Ale Tripel. Wat een pareltje van een tripel: perfect geschonken, uitnodigende kleur en aroma, top schuimkraag, de juiste hoeveelheid sprankeling. Dit is een tripel die uit de band springt en toch beantwoordt aan alle criteria van een tripel. Voor een tripel heeft deze veel meer smaak. Enkele zoetere toetsen werken de bitterheid in de hand. Ook de nasmaak is aangenaam en blijft voldoende lang aanwezig.
Onder het proeven was ik ook aan de praat geraakt met een koppel uit Aalst dat al jaren fan is van de brouwerij. Zij hebben ons nog enkele leuke culinaire bieradressen bezorgd. Dit hebben we dan ook afgerond met een uitwisseling van weetjes in bierland.
Aangezien de dag van mijn bezoek ook de laatste dag was waarop we de Fellowship-reeks van Alvinne konden aankopen, hebben we dat maar gedaan ook. Deze gematuriseerde bieren worden ieder jaar als een collectie verkocht. Dit zijn bieren die zijn ontstaan uit experimenten met smaken en brouwprocessen. Vaak zijn het ook barrel aged bieren. Een belangrijk deel van de bieren die Alvinne produceert hebben op vaten gelegen. In het gebouw zijn er dan ook een aantal terug te vinden.
Glenn en Marc, blijf verder experimenteren met smaken en brouwprocessen. Jullie blijven het bierlandschap interessant houden. We komen later dit jaar zeker nog eens terug op bezoek.
'A new fan is born' - IDOTBeer out.